Columnflatie

Er zijn gewoon te veel columns. Iedere krant heeft er tegenwoordig wel een stuk of wat en ook tijdschriften zijn vergeven van meningenminiatuurtjes. En dan heb ik het nog niet eens over het webwoud. Gevraagd en ongevraagd worden er korte-baan-essays in je gezicht gesmeten. Soms gepeperd, venijnig, ongezouten, maar de laatste tijd ook veel schreeuwerige losse flodders, of nog erger, flauwe niksomhetlijfjes. Het struikelt en buitelt over elkaar heen, de opinielawine is helemaal uit de hand gelopen. Je kan zowat geeneens de advertenties vinden.

Hoe is dat nou zo gekomen? Veertig jaar geleden had je dat allemaal nog niet. Toen waren er geen columns in kranten maar cursiefjes. Dat waren beschouwende prozastukjes die aanvankelijk, om misverstand met echt nieuws te vermijden, cursief werden afgedrukt. Geen botte bijl of vuist op tafel, en ook niet direct een baksteen door de ruit, maar kleine, vaak humoristische schetsjes van de hand van grote schrijvers, zoals Simon Carmiggelt, Remco Campert, Jan Blokker, Louis Paul Boon, Kees van Kooten en Godfried Bomans. Een krant had hooguit een of twee van dat soort types in dienst. Artiesten die een ochtendhumeur goed konden masseren, het avontuur van de dag wisten te kickstarten. Ergens onderweg naar dit heden zijn die cursiefjes onder het geweld van die lawaaierige columnisten bezweken. Als laatste cursivist heeft Martin Bril een paar jaar geleden de deur dichtgedaan en nu zitten we dus vast in dat opgewonden kippenhok van meningenkokers.

De situatie is hopeloos, maar gelukkig niet ernstig.

In 1992 besloten mijn toenmalige medecolumnist Clemens van Diek van het Tilburgse universiteitskrantje giphartUnivers en ikzelf om wat orde aan te brengen in de columnistenjungle. We organiseerden, naar voorbeeld van Boekenbal en P.C. Hooftprijs, een Nacht van de Columnist en een columnistenprijs. Geen idee hoe we dat aan moesten pakken, maar dat deert nooit bij grootste plannen. Na een erg late avond in Polly Magoo (café in Tilburg) waar dat goede idee kracht van evidentie kreeg naarmate we er meer over dronken, belde ik de andere dag met Audax. Dat was een verguisde maar puissant rijke leesmapuitgeverij in Gilze-Rijen. Tot onze stupefactie konden we direct komen. En dat deden we dan maar. Na een uur bij de hoofddirectie stonden we al weer buiten met ongeveer honderdduizend gulden budget om te verspijkeren in deze Ako-literatuur prijs voor de gewone man. Een ton in een uur, zo klaar was Audax-baas Jacques de Leeuw met de verwatenheid van de Amsterdamse grachtengordel, waar hij net wat tijdschriften (o.a. HP de Tijd) had gered en daarvoor was beloond met minachting.

Die eerste Nacht van de columnist was ondanks het feit dat wij het organiseerden een groot succes, mede omdat iedere columnist in Nederland onmiddellijk de prijs en elkaar begon te beschimpen in hun huisblaadjes. De tent zat vol tijdens de eerste Nacht in 1992. 15.000 Gulden voor de eerste winnaar, H.J. Hofland. Die was niet bij de uitreiking omdat hij weigerde te komen als Theo van Gogh zou komen. Die was er wel, zeer luidruchting, net als Theodoor Holman en Jan Mulder. Boudewijn Büch was er niet op het laatste moment, want die was weer kwaad op (ik weet het echt niet meer) en Giphart was voor het eerst op een groot festival en was om half negen al niet meer aanspreekbaar dronken. Wat een heerlijk gedoe (zie https://wimvoermans.wordpress.com/2015/08/13/op-tv/). Enfin, om een kort verhaal nog wat langer te maken: op die avond stond de vraag centraal wat eigenlijk een goede column was. Het genre was nog nieuw en niet besmet door talentloze rooie koppen die blogbagger spuiten. In die tijd wisten ze nog dat iedereen dan misschien een mening heeft, maar dat niet iedere mening er ook toe doet. De jury onder leiding van de toen nog belangrijke Gerrit Jan Wolffensperger had het laatste woord. De column, dat was een kort stuk waarin de auteur spits en uitdagend zijn mening ventileert. En dan natuurlijk goed geschreven. Ja, zo kan ik het ook. Dat kan natuurlijk alles wezen. En het werd ook alles, alle kanten, alle hoeken en gaten, alle kleuren en maten. Gelukkig schoot zo’n vijftien jaar later het veelgelezen vrouwen- en meisjesblad Viva te hulp. Dat blad hield een columnwedstrijd omdat ze even in-between-columnisten/s waren. De winnaar zou een vaste plaats in de basis van de Viva-columnauten krijgen. Waar zochten ze naar? Volgens de regels van het Viva. Ik citeer, omdat ik niets wil af doen aan de leukigheid, hoe volgens Viva-recept een goede column er uitziet.

“Je column mag overal over gaan, maar hou het vooral dicht bij jezelf. Zo wordt het niet geforceerd. Wees eerlijk: niets zo erg als een hoogdravend stukje waar niemand een touw aan vast kan knopen.

Daarom voordat je aan het typen slaat, een paar tips:

1 – Begin je column met een stevige zin, een fors statement dat je lezer flink wakker schudt. Tegen het einde kom je hier weer op terug, en heb je je column mooi ‘rond’ gemaakt.

2 – Maak je zinnen niet te lang.

3 – Overdrijf een beetje.

4 – Kill your darlings: je tekst wordt misschien wel beter als je die prachtige beginzin die je hebt gecomponeerd gewoonweg schrapt. En is die ene anekdote écht wel nodig voor je verhaal? Wees kritisch, durf dingen weg te gooien.

5 – Hou het bij één onderwerp; dat kan een vakantie, nieuwe liefde, oude liefde of een nieuwe baan zijn. Maar ook: een irritante huisgenoot, bonje met je moeder of gewoon een grappige gebeurtenis op straat.”

Hier stond eerst een prachtige laatste zin, waarin alles rond werd gemaakt, maar die heb ik bij nader inzien toch maar geschrapt.

About wimvoermans

Meer nog te vinden op http://www.wimvoermans.nl/ en op facebook http://www.facebook.com/wim.voermans.58
This entry was posted in Algemeen, Persoonlijk and tagged , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

2 Responses to Columnflatie

  1. Patricia says:

    Gezien het consequent toepassen is vermoedelijk geen sprake van moedwil, hoewel het alternatief, onbedoeld selectief geheugen, eigenlijk ook niet echt aantrekkelijk is. Maar wellicht is de verklaring simpelweg dat de bijdrage van de derde organisator achteraf gezien onvoldoende substantieel was om in de geschiedschrijving nadien overeind te blijven!

    Gr, Patricia

  2. Pingback: Op TV | Wim Voermans – Stukjes

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.